De professionele psycholoog

Standaard

Iedere dag loop ik langs een schildering op een muur in de Pontsteeg in de binnenstad van Deventer. “Natuurlijk is het mijn schuld wanneer het licht daar niet is waar ik ben.” Deze zin, van Hans Andreus, zegt mij iets over de noodzaak van betrokkenheid en inzet. Het zegt mij eveneens iets als ik, met deze zin in mijn achterhoofd, met de studenten van de Academie Mens en Arbeid spreek.  “Ik weet niet wat ik later kan gaan worden, er zijn nauwelijks vacatures, de vakken op school zijn te algemeen, wat kan ik als ik klaar ben, de onderwerpen op school zijn zo breed dat mij niet duidelijk is wat ik precies kan worden.”

Zonde, denk ik dan. Zonde dat dit onbegrip niet verhelderd wordt door de initiatieven die de academie doet om meer begrip te kweken over het werkveld. Zonde is eveneens dat de communicatie van de student over het algemeen niet veel verder komt dan een zucht en een steun. Het valt mij op dat de betrokken partijen in het geheel van toegepaste psychologie langs elkaar heen bestaan. Het werkveld is zich nauwelijks bewust van de mogelijkheden die een TP’er biedt, de student is zich op zijn beurt nauwelijks bewust van de mogelijkheden die hij kan bieden. De opleiding probeert aansluiting te vinden tussen beide partijen, een taak die vermoeilijkt wordt door de inactiviteit van de student en de dynamische aard van de praktijk.

De grote vraag lijkt dan te zijn, hoe ontstaat er een verbinding? Een mogelijk antwoord hierop is dat er een duidelijke communicatie dient te ontstaan tussen de drie betrokken partijen. Een student die het werkveld ziet bewegen kan zich hierop aanpassen, eveneens kan de onderwijsinstelling expertise bieden die deze aanpassing kan faciliteren. Het werkveld moet begrijpen wat een Toegepast Psycholoog is en wat die hiermee kan.

Voor het verhelderen van deze communicatie is het noodzakelijk dat de arbeidsmogelijkheden van de student in kaart worden gebracht. Op de Hanzehogeschool Groningen wordt dit al gedaan door innovatie en ondernemerschap een van de basiscompetenties van een Toegepast Psycholoog te maken. Maar verder kijken dan een lijst met competenties is noodzakelijk voor het doen leven van een beroepsgroep. De praktijk moet kennismaken met de mogelijkheden die een Toegepast Psycholoog te bieden heeft.

In Australië wordt het onderwijs van TP op een andere manier ingericht. Hier, bij de Australian College of Applied Psychology, is de invulling van de studie afhankelijk van de ambities van de student. Het belangrijkste is dat een afgestudeerde TP’er een carrièreperspectief heeft. De specialisaties die hier aangeboden worden zijn afgestemd op het werkveld.  Dit proces brengt een student van de macrovisie van psychologie naar de microvisie van specifieke arbeidsplaatsen, terug naar de macrovisie van ondernemerschap en creatief denken over toepassingsmogelijkheid. Dezelfde beweging is in de V.S. zichtbaar. Er zijn voorbeelden genoeg.

Concreet zal de carrièreperspectief opnieuw onderzocht moeten worden. Het werkveld zal opnieuw in kaart moeten worden gebracht. Er zal een nauwere samenwerking tussen onderwijs en praktijk moeten komen. De studenten zullen moeten worden geprikkeld om na te denken over toekomstperspectief. Het NBTP, het bedrijf Beren op de Weg (Johannes Postema) in samenwerking met de nieuw opgerichte Commissie voor Toegepaste Psychologie houdt zich actief bezig met het vraagstuk: In een kennismaatschappij waar het grootste leerrendement uit de praktijk wordt gehaald (70%) is het essentieel voor een opleiding om de student de handvaten te geven om de kansen in de praktijk te benutten, hoe kan een opleiding een student hier adequaat op voorbereiden en hoe kan het werkveld hiervan op de hoogte gesteld worden?

Een beantwoording van deze vragen zal als gevolg hebben dat er binnen afzienbare tijd geen werkgever meer is die zich afvraagt wat die met een TP’er kan, dat geen student zich nog afvraagt wat die kan gaan worden later(en of er wel werk is) en dat het onderwijs zich naadloos weet aan te sluiten bij de praktijk.

De uitleg

Standaard

Dit is een vraag die ik stel aan eenieder die mij vraagt wat mijn opleiding inhoudt (en dat zijn er nogal wat). Wat doe jij? (Vraag ik dan) Ben je vader? Werk je in een team? Speel je voetbal? En als je vader bent, in een team werkt, voetbal speelt, hoe doe je dat dan? Hoe beloon jij jouw kinderen? Hoe communiceer jij met jouw collega’s en hoe spreek je jouw keeper aan op die blunder zonder dat hij (of zij) jou onderuit trapt? ‘Op gevoel,’ zeggen sommigen. Of, ‘Dat leer je.’ Het is dat gevoel, zeg ik dan. Dat gevoel dat tegen jou zegt hoe te handelen, wat je wilt, waar je over droomt. Door middel van mijn opleiding heb ik het antwoord op de vraag: waarom? “Aha,” zeggen ze dan. Ze kijken weg en beginnen over iets anders.

De zorgverzakering

Standaard

Door Bart de Jonge


Het is weer dinsdag. De dag dat er een stapel met dossiers de revue passeert en door het multidisciplinaire team afspraken worden gemaakt. Vragen als: Hoe staat het met de behandeling van mevrouw X?, Wanneer verwacht therapeut A dat meneer Y kan stoppen? Etc. De behandelende therapeuten geven hun professionele mening over de cliënt en over het behandeltraject. Zodra een therapeut aangeeft dat de doelstelling voor deze cliënt nog een aantal behandelingen nodig heeft komt het A4tje boven tafel. Dit A4tje is geen gewoon papier! Nee, allerminst zelfs. Dit A4tje heeft macht. De macht om te bepalen hoe veel tijd de therapeut nog krijgt, hoe intensief de cliënt nog behandelt wordt en of er aan die laatste kleine doelstellingen wordt gewerkt. Op dit A4tje staat namelijk met rood en groen, welke uren therapie er vergoed worden door de zorgverzekering. “Voor mevrouw X zitten we over 8 uur in het rood, we moeten dus voor die tijd stoppen want de volgende groene periode is pas over 40 uur en die krijgen we nooit vol bij haar”. De instelling wordt gedwongen om op die manier te kijken, want als de instelling failliet gaat is er helemaal geen zorg meer. Ik vind het triest dat we genoodzaakt zijn om soms uit de rol van betrokken hulpverlener te stappen en even in de schoenen te staan van een zorgverzekeraar om vervolgens de cliënten te bekijken als een bron van inkomsten. Dit is niet waar ik toe opgeleid ben. Dit is niet zoals ik wil denken. Maar dit is wel de realiteit en ik moet het ermee doen. Dus ik geef me niet over aan die houding en accepteer het A4tje als een noodzakelijk kwaad. Tegelijkertijd merk ik dat mijn denken veranderd en ik tijdens het bekijken van een dossier ik stiekem let op hoeveel uren behandeling iemand gehad heeft. Het is onvermijdelijk dat dit ook mijn manier van behandelen en mijn doelen voor de cliënten gaat beïnvloeden. Onvermijdelijk dat ik een aantal dingen laat liggen waar ik anders wel aandacht aan zou hebben besteed. Dit is slechts een kleine stap in de richting van zorgverzekering naar zorgverzakering. Geleidelijk aan verandert de zorg. Ik vraag me af waarin.


 

In de woorden van Mussolini

Standaard

Vooraf mag je gerust weten dat ik een beetje boos ben, dat ben ik niet vaak. Het is voor mij een prachtig (en uiterst menselijk) gegeven, dat wij onszelf als studieobject willen zien. We bestuderen ons eigen gedrag, onze eigen waanzinnigheden en kronkelingen, bizarre seksuele voorkeuren en de ongelofelijke schoonheden die ergens diep in de kern verstopt zijn (de mens die zichzelf als studieobject neemt, zal deze schoonheden vinden). En net als ieder studieobject (en wellicht net zo schitterend), neemt dit onderzoek uiteindelijk haar praktische vorm aan. Wat kun je nou met al die kennis over groepsgedragingen of, hoe vertaal je het begrip urgency naar iets bruikbaars? Het is mijn grootste overtuiging (en hier ben ik aardig gepassioneerd over) dat de toegepast psycholoog degene is die daadwerkelijk de kracht heeft invloedrijk te zijn op de mens. Dit is in elke tijd hoog nodig. Zeker nu en vooral in de toekomst.

Van de jaren die ik besteed heb aan deze studie heb ik mij voor een gedeelte laten opleiden met de overtuiging dat het uitgangspunt het praktiseren van de studie van de mens inhield. Ervan uitgaand ook dat dit werk nodig was want (dat er werk was), dit leek immers voor zich te spreken. De kostbare informatie die tijdens mijn (en jouw) opleiding wordt toegereikt heeft de potentie om bijvoorbeeld bedrijfsprocessen te optimaliseren, een patiënt te helpen of een toegepast onderzoek te doen naar de werking van het brein. En hoewel de informatie toegereikt wordt (net als dat de timmerman zijn hamer koopt) zal het voor velen straks onduidelijk zijn hoe deze hamer te slaan. Dit is niet direct iemand zijn schuld. De student stelt immers nooit vragen, de docent beweegt zijn leerwerkpakket niet altijd even goed mee met de markt, het onderwijs innoveert vaak te laat en te traag en de beroepsgroep wordt inadequaat gepositioneerd op een te beperkte markt. De beweging van Toegepaste Psychologie valt tekort aan de mogelijkheden die er zijn. Inactiviteit lijkt, zoals vaak, de hoofdverdachte. En zoals Mussolini altijd zei, inactiviteit is de dood.

Uit een onderzoek naar de arbeidsmarktintrede van TP studenten is een zeer laag percentage tevreden over de beroepsvoorbereiding. De werkloosheid onder afgestudeerde TP studenten is zorgwekkend hoog. Dit terwijl de arbeidsmogelijkheden eindeloos zijn.

Onderstaande lijst is opgesteld om de arbeidsmogelijkheden van TP’ers weer te geven. Er is veel en veel meer.

  1. PR
  2. Marketing
  3. Human Resource Management
  4. Change Management
  5. Organizational Development
  6. Quality Control
  7. Clinical psychology
  8. Arbeidspsychologie
  9. Onderwijs
  10. Preventie (gezondheisbevordering)
  11. Gezondheidsbevordering op het werk
  12. Psychologie en rechten
  13. Psychologie in de economie (CPO)
  14. Sportpsychologie
  15. Geropsychologie (psychogerontologie)
  16. Interculturele relaties
    1. Denk aan VN
  17. Infrastructurele psychologie
  18. Cognitieve psychologie
  19. Theologische psychologie
  20. Sociologie, sociale psychologie
  21. Rehabiliterende psychologie
  22. Media
  23. Consumenten
  24. Ethiek
  25. De psychologie van globalisering
  26. Psychologie en defensie, de psychologie van terreur
  27. Seksuele psychologie
  28. Training
  29. Beleidsprocessen versterken met psychologische inzichten
  30. Ergonomisch ontwerpen van machines, werkplekken en hulpmiddelen
  31. Testen van prestatie, vaardigheden, capaciteiten en persoonlijkheid
  32. Ontwerpen van organisatiestructuren
  33. Optimaliseren van taken en werkplekken
  34. Functieanalyse/functiewaardering
  35. Werven van nieuw personeel
  36. Leiderschap
  37. Organisatiecultuur onderzoek
  38. Psychodiagnostisch onderzoek
  39. Werkmotivatie
  40. Counseling
  41. Coaching
  42. Re-integratie
  43. Employability onderzoek
  44. Creëren van visie/ontwikkelen draagvlak
  45. Managen van transitie
  46. Psychotherapie
  47. Revalidatiepsychologie
  48. Cognitieve neuropsychologie

Het congres in Parijs (Saxion Spreekt)

Standaard

International Congress of Applied Psychology, 2014, Paris. 

En zo stonden we in Parijs. Niels (Kroon), Rein (van Laak) en ik liepen Nord uit en strompelden richting het hotel waar wij de komende nachten zouden vertoeven. Elise (van Lelyveld) zou later aanhaken. Hier kon ik vooralsnog mijn tas net neer leggen eer ik weer richting de metro liep voor het congres. Het congres waarvoor ik uitgenodigd was mijn verhaal te doen. Het voelde vrij absurd. Wij liepen een groot gebouw in (met eigen metrostation) en zagen voor ons dure kledingwinkeltjes waar congresmensen (amper bewust van de stad waarin ze zich bevinden) wellicht nog hun behoefte konden doen. We liepen een trap op en kregen daar onze badges. In grote zwarte letters stond daar STUDENT. Eronder mijn naam en land van herkomst. De mensen om mij heen (hoogstwaarschijnlijk allemaal op de een of andere manier psycholoog) droegen haast allemaal een overwegend grijs pak gecompleteerd met witte sportschoenen. Op een vreemde manier voelde ik mij hier thuis.

Enkele maanden geleden had ik een artikel geschreven waarin ik in brede lijnen kritisch uitviel richting het inzetten van WO opgeleid personeel voor werk waar HBO voor geschikt is. Dit artikel betrof specifiek de geestelijke gezondheidszorg en dan met name de diagnostiek. Het artikel droeg aan dat er te veel geld werd besteed aan WO psychologen simpelweg omdat het werkveld niet begreep over welke competenties de HBO psycholoog of Toegepast Psycholoog beschikt.

Of dit zo was wist ik niet zeker, hiervoor heb ik onder andere gebeld met men van het NIP om voor mij te verduidelijken wat de functie was van Toegepast Psychologen. Ik vroeg of het mij aangeraden werd contact op te nemen met een zogeheten Toegepast Psycholoog om mij te helpen met mijn concentratieproblemen. Ze konden mij niet verzekeren van dezelfde kwaliteit die ik van WO psychologen kon verwachten.

Toen ik vroeg wat in dit geval dan kwaliteit inhield refereerde ze na enkele seconden van twijfel naar het statuut van het instituut, deze was online te vinden. Nu is mij geleerd dat het van belang is voor het moraal van personeel om bekend te zijn met de visie en missie van een bedrijf, voor het NIP is kwaliteitswaarborging een belangrijk onderdeel van haar bestaansrecht. Als het waarborgen van de kwaliteit binnen de GGZ niet gepaard gaat met een begrip van wat kwaliteit in dit geval daadwerkelijk inhoudt dan begrijp ik best dat het NIP mij niet kan verzekeren van een kwalitatief goede toegepast psycholoog.

Nu was dit (zo teruglezend wellicht wat gechargeerde) telefoongesprek enkele maanden geleden. Ik dacht eraan toen ik rondliep op het congres. Mij is verteld dat de sprekers en deelnemers voornamelijk bestonden uit geslaagde mensen, gevierd binnen hun vakgebied. Bekleed met titel en graad waar ik nog niet eens mijn bachelor in mijn zak had. Kwalitatief hadden zij dus al een streepje op mij voor.

Dergelijke bijeenkomsten bewegen snel. Er waren zo’n 4500 deelnemers van meer dan honderd landen (een stukje trots die op de website gepresenteerd wordt). Veel uit Australië, waar toegepaste psychologie een cursus (Griffith University en ACAP) is die op HBO niveau wordt gegeven waarin wetenschappelijke psychologie een vak apart is en het motto is om de studenten de nodige kansen te geven om hun kennis toe te passen in de praktijk. De opleiding tot Toegepast Psycholoog wordt in Australië tevens verrijkt met het Handboek voor Toegepaste Psychologie, van het IAAP (International Association of Applied Psychology). Een vijf-en-dertig hoofdstuk tellende bijbel waarin ieder, tot nog toe onderzochte, werkveld waarin psychologie toegepast kan worden geëxploreerd wordt door middel van literatuuronderzoeken. De boodschap leek te duiden dat er voor de Toegepast Psycholoog wel werk was in Australië.

Een enkeling heb ik gesproken over de mogelijkheden die toegepast psychologen aangeboden krijgen in Nederland. Mijn verhaal wanneer ik hierover spreek is altijd lovend. Niet zozeer over het heden. Juist de toekomst is voor ons hoofdzakelijk positief. “Changes within, for example, our mental health care system will ensure that applied psychologists will take a separate position from masters of psychology, creating a dividing line between science and practise. This line will be defined by the education applied psychologists receive, which will (in the near future) in its turn be defined by the positioning of the workforce in the Dutch psychological market.” Dit is het verhaaltje dat ik vertelde wanneer mij gevraagd waar mijn verhaal over ging. Het was waar, het werkveld van ons, juist omdat wij nog nieuw zijn in dit veld, is afhankelijk van hoe wij onszelf definiëren. We hebben het geluk dat in landen als de V.S. en Australië al veel meer is nagedacht over het werkveld van Toegepaste Psychologie. Dat er een handboek is waar informatie uit geput kan worden. De toekomst kan alleen maar positief zijn.

Dit gegeven nam ik mee toen ik om half vier op een donderdagmiddag in een zwart pak met nette schoenen voor een tiental aan mensen stond. Als voorzitter van de bijeenkomst merkte ik op hoe de opleiding en professionaliteit van Toegepast Psychologen van essentieel belang is voor de positie die zij innemen in het werkveld. In een inleidend praatje vertelde ik wat over de eerste spreker, Claudia Maria Sanin, directeur van de Colombiaanse NIP. Een aantal verhalen volgde. De onderwerpen toonden de opleiding van toepassingsvormen van psychologie in verschillende landen. Als laatste, als afsluiter, was ik aan de beurt.

Mijn verhaal ging redelijk snel, dat wilde ik ook. Het punt dat ik wilde maken was dat er met enkele simpele aanpassingen in de langetermijnvisie van de Nederlandse GGz een hoop te halen valt (een hoop beter geïnvesteerd kan worden) als er efficiënt gebruik wordt gemaakt van Toegepast Psychologen. Een van de grote misopvattingen die sommige psychologen die ik spreek dragen is dat dit een beroepsgroep is die antwoord kan geven aan de financiële moeite die heel Nederland (heel Europa) ervaart. Het is een beroepsgroep die op korte termijn aanzienlijke verlichting kan bieden aan het budget. Het profijt wat daarop volgt kan vervolgens geïnvesteerd worden in de (zogeheten) kwaliteit van zorg die ons in Nederland zo dierbaar is.

Het applaus voelde sceptisch. De vragen die erop volgden reflecteerde dit ook. De eerste vraag, van een dokter uit de V.S., was of ik het haalbaar achtte om HBO afgestudeerden dergelijk fabriekswerk te laten doen (ervan uitgaande dat deze slechts assisterende taken op zich zou kunnen nemen). Pas wanneer men ego los laat, is er ruimte voor positieve verandering, dacht ik toen. Ik legde uit dat dit al het geval was in Nederland met PDW. Dat er nog veel te halen valt, ik herhaalde mijzelf en beschreef het pad dat de verpleegkundige bewandeld heeft, dat verpleegkundigen in eerste instantie als een dreigende kracht werd gezien in het medisch werkveld. Nu kan het werkveld niet meer zonder. Een man die in het Verenigd Koninkrijk in het bestuur zat van de BPS (British Psychological Sociëty), legde uit hoe de BA en BSc daar al geaccrediteerd werd voor bepaald werk in het werkveld. Hij noemde mijn uitgangspunt idealistisch en wenste mij geluk. Ik bedankte hem en daarbij iedereen voor het luisteren en de aandacht.

Sinds het Internationale Congres voor Toegepaste Psychologie ben ik met de directie van het IAAP in gesprek om een internationale studentennetwerk op te zetten ten behoeve van expertise en ervaringsuitwisseling. Dit netwerk bestaat momenteel en wist tot voor kort niet van het bestaan van TP in Deventer. Het NIP wilt Toegepaste Psychologie opnemen in haar register, hiervoor is het in gesprek met de Nederlandse Beroepsvereniging voor Toegepaste Psychologie. In het zakelijke werkveld groeit de enthousiasme voor de toepassing van psychologie in bijvoorbeeld marketing en leiderschapsstrategieën. De markt groeit aanzienlijk.

Voordat ik hier onderzoek naar ging doen was het voor mij moeilijk uit te leggen wat Toegepast Psychologen zouden kunnen. Nu, na een jaar hiermee bezig te zijn lijken de mogelijkheden eindeloos te reiken. Het lijkt mij nuttig om de studenten Toegepaste Psychologie adequaat voor te bereiden op de veranderingen van de toekomst. Studenten kunnen zich altijd inschrijven om deel te nemen aan dit soort congressen. Het opsturen van samenvattingen van onderzoeken is vrijblijvend en gratis. Iedereen kan dit doen. Het is in het belang van de opleiding om de Toegepast Psycholoog nationaal en internationaal te positioneren. Ik raad iedere student aan na te denken over zijn of haar persoonlijke bijdrage aan het werkveld, die heeft iedere student namelijk. Zoek een manier om deze te ontplooien en eis van jouw opleiding hierin te voorzien. Hier betaal je voor.

Wat is de TP’er?

Standaard

De TP’er is een onafhankelijk, vrij medium welke beoogt de wereld van toegepaste psychologie te exploreren en hierdoor meer context te geven. Door objectief inzicht te bieden in de positie en mogelijkheden van psychologie in ieder werkveld, willen wij het concept TP met meer diepgang definiëren. Op deze manier bieden wij een inkijk in het psychologisch speelterrein van de toekomst.